| Onderstaande vragen zijn op 10 oktober 2005 opgesteld door de 
            eerstejaarsstudenten van de 
            lerarenopleiding wiskunde van de 
            Hogeschool Rotterdam in het kader van het vak gecijferdheid. Met 
            dank aan hen en hun docent Aad Monquil worden deze vragen de start van deze 
            rubriek.   Alle opmerkingen of suggesties voor verbetering of vragen naar 
            meer verduidelijking kun je sturen aan 
            Kees Hoogland.   Vragen 
            Vragen over wat gecijferdheid is. 
            Wat is een goede omschrijving/definitie van 
            gecijferdheid? 
            Is gecijferdheid al een geïntegreerd begrip op de 
            basisschool? 
            Waarom is gecijferdheid eigenlijk belangrijk? 
            Was de behoefte aan gecijferdheid er altijd al? Of is 
            het pas nu belangrijk? 
            Wat is belangrijker, dat kinderen zelf iets actief 
            onderzoeken of dat elke opgave ergens over gaat? 
            Heeft gecijferdheid te maken met cijferen op de 
            basisschool?   
            Vragen met betrekking tot het stimuleren van gecijferdheid 
            Moet er een apart vak gecijferdheid komen? 
            Als een leerling er problemen mee heeft wat kan je dan 
            doen als docent? 
            Worden er boeken /methoden ontwikkeld om gecijferdheid 
            te bevorderen? 
            Kan iemand goed in wiskunde zijn en toch ongecijferd? 
            Worden kinderen gecijferder door opdrachten te maken 
            waar gecijferdheid een rol speelt? 
            Is kennis/vaardigheid bij een bepaald probleem bij 
            gecijferdheid wel overplaatsbaar naar een ander probleem? 
            Moet je niet bij elk probleem in de wiskunde 
            gecijferdheid erbij halen? 
            Worden kinderen gecijferd van sommetjes? 
            Wat is een goede start op de middelbare school met 
            gecijferdheid? 
            Biedt het 
            middelbaar onderwijs genoeg mogelijkheden voor het ontwikkelen van 
            gecijferdheid? Zijn er niet 
            te weinig contacturen voor?   
            Vragen met betrekking tot het toetsen 
            Heeft elke 
            leerling hetzelfde niveau na een gecijferdheidsoefening? 
            Is 
            vooruitgang in gecijferdheid te toetsen? Is het eenvoudig te 
            toetsen?   
            Vragen met betrekking tot de cursus gecijferdheid 
            Wat hoopt u 
            te zien in het werk dat wij aan u laten zien?    ************************************************************************************************************** 
            Vragen en antwoorden   
            Wat is een goede omschrijving/definitie van gecijferdheid? Omdat 
            gecijferdheid (wiskundige geletterdheid, numeracy, mathematical 
            literacy) een relatief jong begrip is, zijn de definities nog 
            talrijk. In het hoofdstuk dat Eva Jablonka geschreven heeft in “The 
            Second International Handbook of Mathematics Education” stelt zij 
            zelfs dat de keuze voor een bepaalde definitie vooral iets zegt over 
            de doelen die de wetgever heeft met gecijferdheid. De definitie 
            die mij tot op heden het meest aanspreekt is:  
            Gecijferdheid is de combinatie van kennis, 
            vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten die een individu nodig 
            heeft om adequaat 
            en autonoom om te gaan met de kwantitatieve kant van de 
            wereld om ons heen.” Hoewel ik 
            steeds mee geneigd ben om daarin op te nemen dat het ook gaat om het 
            vermogen om kwantitatief om te gaan met de wereld om ons heen. Dus 
            meer actief ook het inzetten van kwantitatieve gereedschappen.
               
            Is gecijferdheid al een geïntegreerd begrip op de basisschool? Op de meeste 
            basisscholen is het doen van realistische reken/wiskundeonderwijs 
            uit één van de daartoe geschreven methodes de meest gangbare 
            praktijk. Op innovatieve 
            basisscholen wordt steeds vaker nagedacht hoe de werkelijkheid beter 
            verbonden kan worden met de rekenlessen. Dat wordt dan vaak een 
            gecijferdheidsbenadering genoemd. In de 
            voorschoolse periode wordt wel gesproken over ontluikende 
            gecijferdheid bij jonge kinderen. Daarin zit het verkennen van de 
            kwantitatieve kant van de wereld om hen heen, maar ook de 
            kwantitatieve zaken die als het ware in hun lichaam al verankerd 
            zijn.   
            Waarom is gecijferdheid eigenlijk belangrijk? De wereld om 
            ons heen is vergeven van de getallen, patronen en structuren. Om 
            redelijk mee te kunnen draaien in deze maatschappij moet je daarin 
            een soort zelfredzaamheid ontwikkelen.   
            Was de behoefte aan gecijferdheid er altijd al? Of is het pas nu 
            belangrijk? Pas vanaf de 18e eeuw 
            werd het voor grote groepen 
            mensen in de maatschappij van belang om iets te weten van 
            cijfers en manieren van rekenen, vooral omdat vanaf toen de industrialisatie in 
            ieders leven een rol ging spelen.  Eigenlijk tot 
            redelijk recent was het daarbij belangrijk dat iedereen  
            redelijk goed kon rekenen met pen en papier. Dat is nog steeds 
            zichtbaar in de scholen. Nu zitten we in 
            een maatschappij waarin rekenen en ook een stuk wiskunde is 
            geautomatiseerd. Ook steeds meer rekenzaken zijn weggeorganiseerd in 
            apparaten, denk aan supermarkten en scan-apparaten. Juist nu is 
            het weer van groot belang om opnieuw te bedenken wat je toekomstige 
            generatie kinderen meegeeft in het reken- en wiskundeonderwijs.   
            Wat is belangrijker, dat kinderen zelf iets actief onderzoeken 
            of dat elke opgave ergens over gaat? Dit is geen 
            of-of vraag.  Kinderen leren 
            heel veel van zelf onderzoeken, als dat tenminste gevolgd wordt door 
            reflectie, liefst in dialoog met medeleerlingen of een docent. Van 
            alleen maar dingen doen, leer je niets. Van een opgave 
            kun je veel leren, als die opgave aansluit bij je voorkennis, als de 
            opgave gaat over iets dat betekenisvol voor je is. Van alleen maar 
            opgaven (na)doen, leer je niet zoveel.   
            Heeft gecijferdheid te maken met cijferen op de basisschool? Nee juist 
            niets.  Gecijferdheid 
            richt zich op de rol van cijfers, patronen structuren in de wereld 
            om ons heen en in de lerende zelf.   Cijferen is het 
            mechanisch uitoefenen van voorgeschreven algoritmes op van betekenis 
            ontdane symbolen.    
            Vragen met 
            betrekking tot het stimuleren van gecijferdheid   
            Moet er een apart vak gecijferdheid komen? Ik zou het 
            interessanter vinden als naar allerlei dingen die leerlingen doen op 
            school en misschien ook wel daarbuiten eens gekeken werd met een 
            gecijferdheidsblik. Dat iemand die getraind is te kijken met een 
            gecijferdheidsblik met de leerlingen eens gaat reflecteren op wat ze 
            zoal tegenkomen in de wereld om hen heen en hoe ze daarmee omgaan. Ik ben dus meer 
            voor een integrale benadering dan voor een apart vak. Voor je het 
            weet heb je een reeks schriftelijke overhoringen over gecijferdheid 
            of een individueel schriftelijk eindexamen gecijferdheid 
            J,
            J,
            J   
            Als een leerling er problemen mee heeft wat kan je dan doen als 
            docent? Samen met de 
            leerlingen en andere leerlingen kijken hoe je de zelfredzaamheid van 
            leerlingen in gecijferdheidssituaties kan vergroten.  - Eerst 
            leerlingen zelf goed zicht laten krijgen op wat dat dan zijn en hoe 
            ze daarin reageren. - Tips en trucs 
            ontwikkelen om er beter mee om te gaan.   
            Worden er boeken /methoden ontwikkeld om gecijferdheid te 
            bevorderen? Als het concept 
            gecijferdheid belangrijker wordt in de discussie over de inrichting 
            van het wiskundeonderwijs, dan zullen er ongetwijfeld leerboeken 
            komen. Je kunt je 
            alleen afvragen of leerboeken wel het geschikte medium zijn om 
            leerlingen te leren om te gaan met de gecijferdheidszaken in de 
            echte wereld. Het blijft dan 
            vermoedelijk gewoon wiskunde in contexten. Niet mis mee, maar geen 
            bijdrage aan gecijferdheid.   
            Kan iemand goed in wiskunde zijn en toch 
            ongecijferd? Volgens mij 
            wel. Wiskunde (echte wiskunde?) is een heel speciaal terrein van de 
            exacte wetenschappen. Het gaat daarbij vooral om denkstructuren en 
            abstracte concepten. De transfer naar praktische situaties is dan 
            zeker niet vanzelfsprekend. Ik denk dat 
            mensen die interesse hebben voor de exacte kant, over het algemeen 
            wel iets handiger zijn in kwantitatieve situaties. Maar dat kun je 
            zeker niet generaliseren.   
            Worden kinderen gecijferder door opdrachten te 
            maken waar gecijferdheid een rol speelt? De vraag is 
            dan: Wat is een opdracht? Als bedoeld 
            wordt een opdracht uit een boek, dan denk ik dat de transfer gering 
            is. Als de opdracht 
            een levensechte opdracht is waarin gecijferdheidsaspecten zitten en 
            er wordt na afloop expliciet teruggekeken op de gecijferdheid, dan 
            zie ik veel meer effect. 
              
            Is kennis/vaardigheid bij een bepaald probleem bij 
            gecijferdheid wel overplaatsbaar naar een ander probleem? Dat is een 
            cruciale vraag. En het eerlijke antwoord is dat we daar nog heel 
            weinig precies van weten. Recent wordt er veel onderzoek gedaan naar 
            “situated learning”en “situated abstraction”  om er achter te komen 
            hoe dat zit. Ons huidige 
            onderwijs gaat er van uit dat het aanleren van een gegeneraliseerde 
            aanpak een transfer heeft naar het topassen in de praktijk. Die 
            veronderstelling komt steeds meer onder druk te staan.   
            Moet je niet bij elk probleem in de wiskunde 
            gecijferdheid erbij halen? Ik zou zeggen: 
            zou je niet bij elk probleem, elke opdracht of prestatie, eens een 
            keertje moeten bekijken met een gecijferdheidsbril? 
              
            Worden kinderen gecijferd van sommetjes? Ik denk het 
            niet of in ieder geval maar op een zeer beperkt terrein. Namelijk 
            die situaties waarin het doen van een bewerking met kale getallen 
            van belang is. En die situaties zijn er niet zoveel.   
            Wat is een goede start op de middelbare school met 
            gecijferdheid? - Praat met 
            leerlingen over de gecijferdheid in de wereld om hen heen. Laat ze 
            een serie gecijferdheidsplaatjes zien. Laat ze zelf zo’n serie 
            maken. - Laat 
            leerlingen eens een collage maken van alle gecijferdheidszaken 
            waarmee ze zelf in aanraking zijn gekomen in bijvoorbeeld twee of 
            drie weken. - Blik eens 
            terug met leerlingen op projecten of prestaties met een 
            gecijferdheidsbril op.   
            Biedt het middelbaar onderwijs genoeg mogelijkheden 
            voor het ontwikkelen van gecijferdheid? Zijn er niet te weinig 
            contacturen voor? Ik ben voor een 
            integrale benadering en niet een isolement in aparte uurtjes.   
            Vragen met 
            betrekking tot het toetsen   
            Heeft elke leerling hetzelfde niveau na een 
            gecijferdheidsoefening? Ik weet niet 
            precies wat een gecijferdheidsoefening is, maar volgens mij hebben 
            geen twee leerlingen ooit hetzelfde niveau na welke oefening dan 
            ook.    
            Is vooruitgang in gecijferdheid te toetsen? Is het 
            eenvoudig te toetsen? Ik denk dat 
            vooruitgang in gecijferdheid zichtbaar te maken is in de reflecties 
            die je doet met een leerling. Ik denk dan eerder aan iets aks een 
            gecijferdheidsportfolio, waarin je bewijzen en voorbeelden verzamelt 
            van je kunnen, dan aan een toets Ik denk niet 
            dat het eenvoudig te toetsen is. Ik weet ook niet of dat nodig is.
               
            Vragen met 
            betrekking tot de cursus gecijferdheid 
            Wat hoopt u te zien in het werk dat wij aan u laten 
            zien? Dat je hebt 
            nagedacht over wat het is om te kijken met een gecijferdheidsbril. Dat je hebt 
            gereflecteerd op wat zo’n ontwikkeling kan betekenen voor jezelf als 
            wiskundedocent. Dat je een 
            poging hebt gewaagd een verbinding te maken met de klassenpraktijk.     |